In 2011 bracht een 21-jarige Nigeriaanse artiest genaamd Ayo Balogun zijn debuutalbum 'Superstar' uit. Daarin probeerde de jonge Wizkid alles - rappen en zingen, met en zonder Auto-tune, op allerlei soorten beats. Tracks als Do Not Dull en Pakuromo combineerden verschillende muziekstijlen, schakelden tussen Engels, Pidgin en Yoruba en zaten vol met swagger beladen ritmes die deze tunes ongelooflijk dansbaar maakten.
Wizkid was niet de eerste die muziek maakte met deze mash-up benadering en ook niet de eerste die er internationale erkenning voor kreeg, maar de naam van zijn debuutalbum bleek wel een voorspelling op wat komen zou. In plaats van te proberen de wereldwijde pop, R&B en hip hop na te bootsen of Afrikaans te maken, gebruikten Wizkid en andere Nigeriaanse titanen, waaronder Davido en Tiwa Savage, hun oor voor melodie en rytme om een eigen genre te creëren.
Dit geluid wordt vaak aangeduid als Afrobeats, een naam die is bedacht door de Ghanees-Brits radiopresentator Abrantee in 2011. De muziek uit het Afrikaanse continent was toen in de Britse underground aan populariteit het winnen. In de afgelopen jaren zijn artiesten binnen het genre echter begonnen afstand te nemen van de term, gezien de onjuiste associatie met de Afrobeat-beweging die Fela Kuti in de jaren zeventig opzette.
Buiten het delen van het Nigeriaanse erfgoed, is de nadruk van de 21e-eeuwse sound op vrolijke teksten en groovy vibes, wat erg verschilt van het genre dat Kuti ontwaakte. Kuti's rechterhand, percussionist Tony Allen, weigerde een verband tussen de twee stijlen en Davido was ook duidelijk over de issue in een interview in 2017, toen hij opmerkte: "Er is zoveel gaande in Afrika, het laatste wat mensen willen horen is trieste muziek."
Waar Fela Kuti's muziek functioneerde om Nigerianen bewust te maken van de onrechtvaardigheden om hen heen, schudt de jongere generatie de buitenwereld juist wakker door de overvloedige schoonheid, vreugde en vooral onberispelijke stijl van het continent te laten zien.
Maar als Afrobeats als term de stijl niet dekt, hoe kunnen we het dan noemen? Met zijn constante genre-vermenging en heruitvinding is Afropop de meest accurate term om de golf van muziek die uit Nigeria en Ghana stroomt te beschrijven. Terwijl specifieke artiesten hun eigen titels hebben gekozen. Zo hebben Wizkid, Davido en Burna Boy hun geluid Afrofusion genoemd, terwijl Mr. Eazi de meer eigenzinnige term Banku Music verkiest om de invloed die Ghana op hem als artiest heeft te benadrukken. Aan het einde van de dag zijn ze het allemaal eens dat ze populaire muziek maken. Samen hebben deze artiesten een plek gemaakt voor Afrika op het muzikale wereldtoneel door te weigeren zich te schikken aan een bestaand genre.
Technologische vooruitgang op het continent heeft ook een rol gespeeld in het succes van Afropop in het afgelopen decennium. De verspreiding van Afropop viel samen met de opkomst van internet- en smartphonegebruik in West-Afrika. Social media toegang over de verbond Afrika en de wereld op een manier die nog nooit eerder werd gezien. Het type culturele uitwisseling dat vroeger een reis naar een ander land of geïmporteerde cd's vereiste, werd plotseling mogelijk via een snelle upload op YouTube of een WhatsApp-bericht.
Toch geeft die samenhang niet precies de mijlpalen weer die Afropop in de afgelopen twee jaar heeft bereikt. Het meest gestreamde nummer van 2016 was Drake's One Dance, met bijdragen van Wizkid en Zuid-Afrikaanse producer DJ Maphorisa; tussen 2016 en 2018 werden de grootste sterren van het genre opgeraapt door een aantal van 's werelds meest invloedrijke labels (Roc Nation, RCA, Mad Decent) en zijn ze allemaal geboekt voor grote internationale festivals; en dit jaar werd Wizkid de eerste Afrikaanse artiest die op een Dolce & Gabbana catwalk liep - en hij deed het tijdens zijn hit Soco.
De exponentiële opkomst van Afropop is voor een groot deel te danken aan de risico's die artiesten namen om de juiste melodie te vinden die aan de ene kant trouw was aan hun muzikale roots en aan de andere kant invloeden waarmee ze werden opgevoed. De volgende gids neemt je mee langs het begin van het geluid tot zijn innovatieve wereldwijde toekomst.
De eerste stappen
Aan het eind van de jaren negentig werd Afrikaanse muziektelevisie gedomineerd door het Zuid-Afrikaanse netwerk Channel O, wat in feite betekende dat de meerderheid van de Afrikaanse muziek die het continent bereikten uit Zuid-Afrika kwamen. Toen MTV Base Africa in 2005 werd gelanceerd, heeft het een ruimte gecreëerd voor andere landen om te worden tentoongesteld, en West-Afrikaanse artiesten - meestal Nigeriaanse - waren enkele van de eersten die hiervan profiteerden.
Afgaand op de oudere stijlen van highlife en Afrobeat van Fela Kuti, waren jonge Nigeriaanse artiesten gericht op het opbouwen van een nieuwe sound in de vorm van hip hop en R&B. Rappers zoals Ghana's MI Abaga, Naeto C en Sarkodie maakten als vaardige tekstdichters indruk met hun producties die overeenkwamen met hun westerse idolen. Maar terwijl hun lokale fanbases groeiden, stagneerde de internationale groei door de taal barriere.
Door meer nadruk te leggen op het geluid van de teksten, was de weg naar Afrikaans succes veel rooskleuriger voor R&B artiesten. In 2004 was een van de eerste grote hits uit de Nigeriaanse muziekindustrie veteraan 2Baba's 'African Queen'. De track werd een grote stimulans voor de Nigeriaanse pop, waarbij het nummer zelfs een plaats verdiende in de Amerikaanse rom-kom Phat Girlz. Hoewel de film niet goed verliep, bloeide het lied op en versterkte het het profiel van de Nigeriaanse pop.
Rond dezelfde tijd beklommen twee tweelingbroers met een voorliefde voor Michael Jackson de Nigeriaanse hitlijsten. De broers, P-square genoemd, volgden de R&B/pop sound die populair werd door bijvoorbeeld Usher in de vroege jaren 2000, met precieze choreografie. Terwijl hun eerste album, Last Nite uit 2003, vrij strikt dat format volgde, begonnen de broers voor hun derde album Game Over in 2007 meer Nigeriaanse ritmes en melodieën op te nemen. Daarbij maakten ze gebruik van het Afropop-geluid dat de rest van hun carrière zou voeden. De single No One Like You van het album zou menig trouw receptie-dansvloer in Afrika bedienen, maar het was de slicke track Do Me die de tweeling liet schitteren.
Met een makkelijke flow tussen de talen Pidgin en Engels, bleek hun seksueel geladen tekst op een door dancehall beïnvloede beat precies wat jonge Afrikanen over de hele wereld zochten. Het succes van P-Square inspireerde andere artiesten die eerder hadden nagedacht om op de Afropop-golf te springen.
Zo had je bijvoorbeeld de Nigeriaanse artiest Flavor N'abania, die in 2010 een hit scoorde met Nwa Baby (Ashawo Remix), een bewerking van zijn 2005-track Nwa Baby, die zelf weer een cover is van Cardinal Rex Lawson's highlife hit Sawale (volg je hem nog?). Terwijl de 2005-versie respectvol eer betoonde aan het origineel, bracht de remix van 2010 hem in de toekomst met een beukende dembow-achtige beat, synths en in het Pigdin verzorgde adlips. Het bewees dat de muziek van vorige generaties niet alleen voor de familie en stoffige planken was, maar de basis kom zijn voor een frisse nieuwe sound.
Tegen het begin van 2011 had de Nigeriaanse Afropop echte sterren gelanceerd die hits over het hele continent scoorden, en de wereld begon dit al snel op te merken. Toen hij de snelle opkomst van P-Square zag, sprong Senegalese-Amerikaanse rapper Akon op een van hun grootste nummers, Chop My Money. Datzelfde jaar scoorden de broers nóg een Amerikaanse samenwerking toen ze met Rick Ross een remix van Beautiful Onyinye maakten.
Hoewel deze samenwerkingen invloed hebben gehad op het continent en de Afrikaanse gemeenschappen in Europa en de Verenigde Staten, worstelden het genre om zich te mengen tussen de internationale pop. Het duurde tot D'banj, een uitbundige artiest bekend om zijn humoristische playboy-persoonlijkheid en over-the-top optredens, met de track Oliver Twist raak sloeg in de zomer van 2011 en de poortwachters van de wereldwijde pop-markt meer aandacht gingen besteden aan wat er uit West-Afrika kwam. De onweerstaanbare bassline en brutale songteksten van het nummer verspreiden zich als een lopend vuurtje, en de track behaalde zelfs een nummer twee notering in de Britse R&B-hitlijsten. Een belangrijke mijlpaal in de groei van Afropop, mondiale waardering voor het nummer wat uitmondde in het tekenen van D'banj bij GOOD Music.
Hoewel het aan Kanye West gelinkte label niet meer dan een paar featurings en video-opnamens produceerde gedurende zijn vijfjarige contract, ontstond er door D'banj een vlam in een nieuwe generatie ambitieuze Afropop-artiesten. Het bewees dat als ze hun act konden perfectioneren, de wereld zich ook voor hen zou kunnen openen.
Afropop op het wereldtoneel
Als er een gouden tijdperk is voor Afropop, is het waarschijnlijk in 2014 begonnen met de release van Wizkid's Ojuelegba. Samen met zijn vaste producer, Legendury Beatz, brachten ze warme mid-tempo akkoorden, samen met een sample van Dr. Dre's Nuthin 'But A G Thang. Vernoemd naar de arbeiderswijk van Lagos waar Wizkid opgroeide, is het lied een ode aan zijn bescheiden begin en een uiting van dankbaarheid voor hoe ver hij is gekomen.
Het nummer en de video laten Wizkid van zijn meest kwetsbare kant zien, want hij wisselt zijn flashy videoclips en sound in voor een sombere rit door de buurt op openbare wegen. In plaats van de gebruikelijke namen van ontwerpers te gebruiken, kiest hij voor verwijzingen naar de mensen en plaatsen die de weg vrijmaakten voor zijn komst. Ojuelegba ving uiteindelijk het oor op van de Brits-Nigeriaanse grime-legend Skepta, die het met Drake deelde. Een remix met alle drie de artiesten volgde. Hoewel de track misschien niet zo goed is als het origineel, hebben de zeer invloedrijke artiesten het genre blootgelegd aan een hele reeks nieuwe oren, klaar om het te omarmen.
Terwijl Afropop voornamelijk werd gedomineerd door mannen, hebben artiesten als Tiwa Savage en Yemi Alade de weg vrijgemaakt voor vrouwen. Savage, die in 2016 tekende bij Roc Nation, kreeg haar start als een R&B-songwriter in Los Angeles tot haar breakout-hit Kele Kele Love in 2010 haar vestigde in de Nigeriaanse muziekscene. Haar kijk op Afropop heeft moderne R&B-klank, terwijl Yemi Alade daarentegen een meer Afrikaanse benadering van Afropop nam, door haar tracks in het Swahili en het Frans te zingen.
Toegevoefd aan de mix van de Afropop sound is de zelfverklaarde Afrofusion-artiest Burna Boy. Zijn sound gebruikt invloeden van dancehall, house en hiphop om samen een van de meest diverse maar toch samenhangende Afropop-albums van 2018 te vormen. Op het album Outside verweeft hij meesterlijk zijn verschillende invloeden, van de patois-achtige track Ph City-vibration tot de traditionele drums in Koni Baje, die allebei zijn culturele opvoeding vieren als een Yoruba-jongen in een sterk geglobaliseerde wereld.
In diezelfde geest heeft Mr Eazi de Afropop-golf richting gegeven. Het langzamere tempo en de laidback vocals van zijn baanbrekende single, Skin Tight, geproduceerd door de Ghanese producer Juls en met de Ghanese vocalist Efya, zijn de signature van Eazi geworden. Doordrenkt met een onweerstaanbaar relaxed gevoel, heeft zijn muziek het genre opnieuw verschoven en heeft hij andere artiesten ertoe aangezet om te proberen op zijn zachtere meer relaxte vibe te springen.
Als het gaat om de culturele uitwisseling tussen Afropop en de andere muziekstijlen op het Afrikaanse continent, gaat het vaak om de groeiende invloed van Zuid-Afrika. Velen hebben met het geluid geëxperimenteerd, waaronder Davido in zijn 2014-release Tchelete, een samenwerking met het Zuid-Afrikaanse duo Mafikizolo en de rijzende ster Niniola, die ook in de schijnwerpers kwam met haar hit Maradona uit 2017. Maar de Zuid-Afrikaanse sound heeft ook een meer permanenter thuis gevonden in de straatsound van artiesten zoals Olamide, vooral in zijn 2017 uitblinkende Wo !!. Of in Mr. Real's hit Legbebe. Deze artiesten ruilen de weelderige, classy omgevingen van de typische Afropop-video's in voor de ruigere straatvibes. Zo schrijven deze artiesten wederom een nieuw hoofdstuk in de constante evolutie van Afropop.
Afropop rises
Naarmate de namen van Nigeriaanse en Ghanese artiesten steeds bekender werden buiten Afrika, begonnen Afrikaanse artiesten te werken aan het perfectioneren van hun eigen specifieke sound, met behulp van Afropop als hun inspiratie.
Aan het begin van 2010, toen het West-Afrikaanse genre in de Britse underground aan populairiteit won, begonnen Afrikaanse invloeden het geluid van Britse artiesten te beïnvloeden. Naarmate ze de popladder beklommen hebben, hebben J Hus en Yxng Bane het bereik van Afropop uitgebreid naar de Europese mainstream. J Hus zijn debuut Common Sense in 2017, dat de top 10 bereikte in de Britse hitlijsten, was een enorm succes op het snijvlak van UK rap, basement en Afropop, trouw aan Hus zijn roots als een in Londen geboren artiest van West-Afrikaanse afkomst.
Op dezelfde manier is rapper MHD in Parijs bezig met zijn eigen Afro-vertakking, wat kenmerken heeft van Atlanta-hiphop, samen met Afrikaanse instrumentatie.
Hoewel er al enkele jaren samenwerkingen tussen Afrikaanse en Europese artiesten plaatsvinden, is het nog steeds onduidelijk hoe Afropop echt zal doorbreken in de Verenigde Staten. In 2018 verschenen twee Afropop nummers van Amerikaanse artiesten: Made for Now van Janet Jackson en Ciara's Freak Me, waarin de Nigeriaanse artiest Tekno figureert en samples gebruikt uit Tiwa Savage's Before Nko. Hoewel het een indrukwekkende prestatie is voor Afropop, mist de eerste Afrikaanse representatie en de laatste mist originaliteit, wat aantoont dat dit experimenten zijn en nog geen definitieve doorbraak van Afropop in de Amerikaanse hitlijsten.
Desondanks is het in een steeds meer geglobaliseerde wereld onmogelijk om de groeiende invloed van Afropop-artiesten te negeren. Voor elke luie imitatie zijn er talloze waanzinnige nummers van Afropop-artiesten, dus het is slechts een kwestie van tijd voordat de rest van de wereld gedwongen wordt de Afrikaanse artiesten in te halen.
Een wereld van muziek ontdekken? Check onze Facebook pagina.
Volg ons op Instagram voor de muziek van morgen, vóór morgen.