Wat betekent DRS?
De letterlijke betekenis van DRS is Drag Reduction System, wat vertaald naar het Nederlands staat voor weerstandsreductiesysteem. Het is dan ook geen geheim wat de functie van het systeem is, het moet de luchtweerstand van de auto verminderen om zo de topsnelheid van de auto te verhogen. Het achterliggende doel is simpel: inhaalmogelijkheden en wheel-to-wheel gevechten bevorderen.
Wat is DRS precies?
In de zeer complexe en uiterst geavanceerde wereld van de Formule 1 is DRS een opvallend primitief systeem. Het is niet meer dan een flap in de achtervleugel die opengezet kan worden om de luchtweerstand te verminderen. Middels een knop op het stuur kan het systeem worden geactiveerd. Zolang de DRS-flap geopend is, produceert de achtervleugel minder downforce en kan de auto harder rijden.
Waarom wordt DRS gebruikt in de Formule 1?
Het eenvoudige antwoord is: om meer actie te creëren tijdens de races. Doordat F1-auto’s steeds sneller worden, veroorzaken ze meer ‘dirty air’. Dit is bij een gevecht een groot probleem voor de achtervolgende coureur. De vuile lucht zorgt voor gripverlies in de bochten, waardoor de achtervolger kostbare tijd kwijt raakt en de bandenslijtage toeneemt. Het resulteert in scenario’s waar de aanvallende rijder wel dichtbij kan komen, maar de tegenstander vaak niet kan passeren.
DRS verhelpt dit probleem, door de aanvallende coureur vrij letterlijk een steuntje in de rug te bieden. Als hij dichtbij genoeg is, mag de DRS-flap op bepaalde stukken van het circuit worden geopend. Het verschil in topsnelheid is vaak voldoende om de weerloze coureur voorbij te scheren.
Hoe werkt het?
De coureur heeft een knop op het stuur om de DRS te activeren. Als hij bij het detectiepunt binnen een seconde van zijn voorganger rijdt, gaat er na het passeren van de activatielijn ter indicatie een lampje branden op het stuur. Bij het inschakelen van de DRS gaat het bovenste gedeelte van de achtervleugel open. De luchtweerstand vermindert, waardoor de topsnelheid – in combinatie met de slipstream – aanzienlijk toeneemt. Afhankelijk van het circuit en de afstelling van de auto kan DRS een snelheidsvoordeel van 10 tot 20 km/u opleveren. DRS is met name effectief op circuits zoals Barcelona waar met veel downforce wordt gereden. Het heeft minder effect op hogesnelheidsbanen als Monza.
Sinds de introductie van DRS is er meermaals kritiek geuit op het systeem. Het is oorspronkelijk ingevoerd om coureurs uit de brand te helpen die vanwege de vuile lucht achter hun voorganger klem komen te zitten. Critici vinden echter dat DRS inhalen te makkelijk maakt. Er wordt geklaagd dat ‘de kunst van het inhalen langzaam verloren gaat’. Coureurs hoeven geen gewaagde inhaalacties meer te proberen, omdat ze op het rechte stuk toch wel een veilige kans krijgen de tegenstander te passeren. De nieuwe (huidige) generatie F1-auto’s maakt close-racing beter mogelijk, maar vooralsnog blijft DRS in de sport.
Wanneer (en hoe vaak) mag DRS gebruikt worden?
Zolang een coureur bij het detectiepunt binnen een seconde van zijn voorganger rijdt, mag hij gebruik maken van DRS. Het maakt niet uit of het voor positie is, of om een achterblijver gaat. Er zit geen limiet op hoe vaak een coureur DRS mag gebruiken, al is dit in andere takken van autosport (DTM) wel het geval geweest. In de kwalificatie of vrije trainingen is de coureur vrij om zijn DRS te activeren binnen de aangewezen DRS-zones.
DRS kan alleen gebruikt worden in DRS-zones. Per circuit kan de hoeveelheid DRS-zones verschillen. Sommige banen hebben er maar één, terwijl andere er wel drie kunnen hebben. Het is vooral afhankelijk van hoeveel rechte stukken een bepaald circuit heeft en hoe lastig inhalen er over het algemeen is. Het record voor het aantal DRS-zones op een circuit is in handen van Albert Park, te Melbourne. Voor de Grand Prix van Australië van 2022 stonden liefst vier DRS-zones op de planning, al werd dit voor de uiteindelijke race uit veiligheidsoverwegingen gereduceerd tot drie stuks.