F1
De unieke uitdaging van stratencircuits in F1
De Formule 1 begint het jaar direct met een aantal stratencircuits, die allemaal erg uitdagend zijn voor de coureurs. Maar wat maakt stratencircuits nu precies zo listig?
Wat is een stratencircuit?
De Formule 1 heeft sinds haar oprichting in 1950 verschillende soorten circuits bezocht. Van wegparcours en ovals tot de meer traditionele, permanente circuits. Dan zijn er ook nog stratencircuits. De term verklapt al enigszins wat dat precies inhoudt: het circuit bestaat uit (tijdelijk afgesloten) straten die niet specifiek bedoeld zijn om te racen.
Het is niet eenvoudig om een geslaagd stratencircuit te maken. Het circuit moet een spannende race kunnen produceren, maar bij voorkeur ook makkelijk te bereiken zijn en de unieke charme van de stad in beeld brengen. Natuurlijk moet ook de bestemming een zekere aantrekkingskracht hebben voor de jetset. Geen wonder dat, we noemen maar een voorbeeld, Detroit, niet meer op de kalender staat.
De GP van Monaco staat al sinds 1950 op de kalender
© Getty Images / Red Bull Content Pool
Wat maakt stratencircuits zo uitdagend voor coureurs?
Stratencircuits vormen een bijzondere uitdaging voor F1-coureurs. De belangrijkste reden hiervoor heeft te maken met uitloopstroken, of beter gezegd: een gebrek daaraan. Er is nauwelijks marge voor de coureurs; één foutje en je zit in de muur. Vraag dat maar aan Lance Stroll, die in Jeddah te vroeg instuurde, zijn wielophanging brak en stuurloos aan de andere kant tegen de muur tot stilstand kwam. Precisie en concentratie zijn hoogst noodzakelijk, maar het is ook een proef van zelfvertrouwen. Wie tot het uiterste durft te gaan, wint meer tijd en gaat sneller dan de rest.
Waar stratencircuits ook verschillen van traditionele circuits is op het gebied van strategie. Inhalen is op veel stratencircuits bijna onmogelijk, waardoor kwalificatiespecialisten prestaties kunnen leveren die op andere banen niet mogelijk zouden zijn. Op die manier wist Red Bull Racing meermaals in Monaco te winnen, terwijl Mercedes eigenlijk de dominante auto had. Bovendien kun je met een goed getimede over- of undercut een uitzichtloos resultaat omzetten in meerdere posities winst.
Inhalen op een stratencircuit is vaak erg lastig
© Getty Images / Red Bull Content Pool
Tenslotte zijn stratencircuits minder gelikt dan permanente circuits. Waar traditionele parcours veelal perfect onderhouden zijn, is het niet ongebruikelijk om op een stratencircuit hobbels, oneffenheden, putdeksels en gladde en/of verschillende soorten asfalt tegen te komen. En als het regent, komt al het vuil van het verkeer naar boven.
De geschiedenis van stratencircuits in F1
Stratencircuits zijn onlosmakelijk verbonden met de Formule 1. De tweede Grand Prix ooit vond plaats in de straten van Monaco. Sinds 1955 is het iconische circuit, met uitzondering van het 2020, vaste prik op de kalender. In de eerste jaren van het kampioenschap bezoekt het circuit onder meer Barcelona, Lissabon en Porto. In de jaren '70 en '80 probeert F1 voet aan de grond te krijgen in de Verenigde Staten en worden er stratencircuits uit de grond gestampt in steden als Dallas, Las Vegas, Long Beach en Phoenix. Deze circuits verdwijnen vaak echter weer zo snel als ze gekomen waren.
Het stratencircuit van de GP van Las Vegas 2023
© Getty Images / Red Bull Content Pool
De houdbaarheid van een stratencircuit is vaak direct terug te leiden aan de professionaliteit van de organisatie die erachter zit. Het is niet zonder reden dat het Albert Park Circuit in Melbourne en het Circuit Gilles Villeneuve in Montreal nog altijd op de kalender staan. Dit soort banen zijn in feite een soort hybrid, of semi-stratencircuit, waarbij de karakteristieken van een permanent parcours gecombineerd worden met die van een stratencircuit.
De evolutie van stratencircuits
Het succes van de nieuwe golf van stratencircuits in de jaren '80 en '90 baant de weg vrij voor verdere evolutie. Dit sluit perfect aan op de visie van F1, dat de sport niet alleen dichter bij de mensen wil brengen, maar ook meer luxe en glamoureuze oorden wil aandoen. In de laatste twee decennia zijn er zodoende aanzienlijk meer stratencircuits op de kalender gekomen. Veel gemeen met ouderwetse asfaltlinten als Monaco hebben ze niet. Circuits als Miami, Jeddah en Las Vegas zijn zo geprepareerd dat ze nauwelijks nog stratencircuits te noemen zijn, ook al probeert de achtergrond het tegendeel te bewijzen.
Het circuit van Jeddah
© Getty Images / Red Bull Content Pool
De toekomst van stratencircuits
De Formule 1-kalender van 2024 telt liefst acht stratencircuits en vormt daarmee precies een derde van het totaal. Het gaat om Grands Prix in Saoedi-Arabië, Australië, Miami, Monaco, Canada, Azerbeidzjan, Singapore en Las Vegas. En daar blijft het niet bij. In 2026 zal F1 na meer dan 30 jaar afscheid nemen van Barcelona en verhuizen naar een buitenwijk van Madrid, waar het zal racen rondom de IFEMA expo. Met de populariteit van de Formule 1 op een hoogtepunt zijn er nog wel meer geïnteresseerden, dus rest de vraag: hoe ver zal de sport hierin doorslaan? Wat denk jij: hebben we inmiddels wel genoeg stratencircuits op de kalender, of kunnen er nog wel een paar bij?