Sacklining
© Christian Ghammachi/Red Bull Content Pool
Climbing

High in the sky met 6 slackline tricks

Kletter jij ook steeds van die slackline af? Geen paniek! Highlining pro Sarah Rixham deelt met ons haar geheimen.
Geschreven door Isabel
5 minuten lezenPublished on
Eén keer knipperen met de ogen en ze is aan de overkant. Wie Sarah Rixham op 120 meter hoogte over een dun koord ziet lopen, zou haast denken dat het een eitje is. Kinderspel! Maar hoe flikt de voormalig wereldkampioen highlining dat? Met welke troeven verbreekt ze record na record?
We trokken haar aan d’r jekkel om haar enkele geheimen te ontfutselen. Oefenen, oefenen, oefenen, dat is les één! Wiebelt Rixham niet boven een afgrond of groeve, dan bindt ze haar slackline minstens drie keer per week aan bomen of palen of wat dan ook. Ze moet en zal haar kunsten trainen.
En verder? Zes slackline geheimen die je prestaties tot grote hoogten opstuwen.
1. Even doorbijten
“’Mijn evenwicht is dramatisch’, hoor ik te pas en te onpas wanneer mensen voor het eerst beginnen met slacklinen. ‘Ik zal het nooit kunnen, ik heb geen balans’. Ha, dat gevoel ken ik! Feit is dat niemand meteen een slackline pro is. Natuurlijk gaat het met vallen en opstaan. De spieren die moeten voorkomen dat de lijn, het touw dus, alle kanten op zwiept, zijn in het begin nog niet geconditioneerd. Ze zijn slapjes en moeten getraind worden!”
“Van al mijn vrienden was ik de laatste die het lukte om van de ene naar de andere kant van het koord te lopen. De natuur heeft mij helaas niet gezegend met een goede balans. Maar al kwam het me niet aanwaaien, ik zette door en bleef proberen.”
“Mislukking hoort er gewoon bij! Nog steeds. Wanneer je de basis van slacklinen onder de knie hebt en de sport begint te vermengen met andere disciplines, dus nieuwe trucs en hoogtes in de mix gooit, dan keren de valpartijen terug. Wie aan slacklinen begint, moet allereerst accepteren dat missers erbij horen, en dat er in iedere fout lessen schuilen. Wiebelen en kletteren zijn de sleutel tot vooruitgang.”
2. Gooi de lijnen in de mix
“Dat korte, strakke koord van vijf centimeter in de breedte, is top voor beginners. Het is een goed startpunt. Maar heb je de basis onder de knie en wil je aan je skills sleutelen, blijf daarop dan niet te lang balanceren. Bind nieuwe lijnen, met allerlei breedtes vast aan die bomen in het park en versnel je leercurve, zo blijft het leuk en uitdagend.”
“Probeer ook de spanning op de lijnen eens te verminderen of juist te verhogen en je zult zien dat je weer hele andere technieken moet aanleren en rapido beter wordt. O, en ook het gebruiken van koorden van verschillende materialen en elasticiteit is belangrijk. Zo kun je de afstand steeds iets groter maken en leer je de verschillende bewegingen van het koord beter lezen en bedwingen.”
“Spelen met je eigen stappen is ook slim. Probeer eens te versnellen. Steek de volgende keer extreem langzaam het over en ontdek hoe iedere beweging voelt.”
3. Zoek die balans, zoek die ying en yang
Geen slackline? Geen probleem. “Gebruik je fantasie! Er zijn altijd mogelijkheden om je balans te trainen, ook koordloos. Zoek naar muurtjes, railings of kettingen in de stad, probeer in de bus te blijven staan zonder je vast te houden of sluit tijdens het tandenpoetsen je ogen en balanceer op één been.”
“Dat klinkt misschien maf, maar je hebt geen idee hoe handig dat is. Als je op allerlei verschillende objecten in evenwicht kunt blijven, leer je jouw lijf te kunnen switchen tussen verschillende types van balans. En dat belangrijk, want in het midden van de slackline is de dynamiek tussen touw en lijf heel naders dan aan de start.”
4. Ogen, oren, puntje van je neus
“Balans bereik je met al je zintuigen. Wat je ziet heeft invloed op je evenwicht, geluiden en geuren. Evenwicht is van veel meer afhankelijk dan alleen een goede verdeling van gewicht. Dus wanneer je met dat gegeven speelt, kun je jouw balans verbeteren.”
Watte? “Doe je ogen eens dicht op dat touw, of richt je blik alleen op je voeten wanneer je stap voor stap over de slackline waggelt. Of knijp met je handen je neus dicht. Het is heel grappig en leerzaam te werken hoe je lijf steeds weer moet werken aan je evenwicht. Met deze trucjes kun je beter leren omgaan met wind of andere bliksemafleiders wanneer je op het koord staat.”
5. Ons kent ons
Advies nodig? Schroom niet om het te vragen. De slackline gemeenschap is hecht, stelt Sarah. “De beste manier om beter te worden is om naar anderen te gluren en hun aan hun jasje te trekken. Anderen kunnen je behoeden voor fouten die zij zelf al hebben gemaakt.”
“Uit video’s, tutorials en op slackline forums als SlackChat kun je veel inspiratie vinden. Je kunt er met andere slackliners van gedachten wisselen en maten vinden om mee te oefenen. Ikzelf houd ervan om met anderen te slacklinen. Het is gezellig en zij zijn een stok achter de deur om dat koord weer ergens aan vast te binden en beter te worden. Mijn vrienden duwen me naar een volgend niveau, snap je?”
6. Fear factor
Een trekje dat Sarah heeft geholpen te transformeren tot een slackliner van wereldklasse is haar vermogen om angst te rationaliseren. Op het koord voelt ze zich soms eenzaam of onzeker, vertelt ze. “Maar dan herinner ik mezelf aan het feit dat mijnmateriaal goed is, beter dan de natuurelementen. Ik weet dat het koord goed is gespannen en dat het veilig is, ook al val ik van het touw af.”
“Die gedachte zorgt ervoor dat ik mijn angst van mij af kan zetten. Dat klinkt misschien raar, maar het werkt echt zo. Ook zorg ik ervoor dat ik relaxed blijf door mantra’s te herhalen. Zo ban ik spanning uit mijn lichaam. Door mijn brein bezig te houden met die mantra’s probeer ik in een soort flow te komen wanneer ik op het koord stap. Ik zet de beste prestaties neer wanneer het stil wordt in mijn hoofd en ik helemaal nergens op focus.”